Halverwege april 2006 kreeg Sportvisserij Nederland de eerste meldingen van serieuze karpersterfte. In één geval is een nog levende, zieke karper door Sportvisserij Nederland opgehaald en voor verder onderzoek naar het CIDC-Lelystad gebracht. Tot op heden is er nog steeds geen duidelijke verklaring voor de voorjaarssterfte te geven.

De afgelopen jaren waren er verspreid over Nederland veel wateren onderhevig aan karpersterfte. Vooral de kleine, afgesloten wateren blijken extra gevoelig en dan vooral in de periode april t/m juni.

Het is aan te bevelen om niet te vissen in wateren waar sterfte is vastgesteld, om verdere verspreiding van een mogelijke ziekteverwekker te voorkomen.
Sportvissers die meerdere dode of zieke karpers aantreffen wordt dringend verzocht om de visrechthebbende op de hoogte te brengen of contact op te nemen met Sportvisserij Nederland (030-6058400 of info@sportvisserijnederland.nl).

“Levende vissen kunnen worden onderzocht in Lelystad”

Zieke, nog levende vissen kunnen worden onderzocht op visziekten bij het CIDC in Lelystad. Het CIDC-Lelystad is een gerenommeerd referentie-instituut voor tal van dierziekten.
Omdat dode vissen een besmettingsbron kunnen vormen voor overige vis, dienen deze zo snel mogelijk door de gemeente of het waterschap te worden verwijderd.

Karpersterfte kan meerdere oorzaken hebben, zoals: ouderdom, waterkwaliteitsproblemen, visziekten, of een combinatie hiervan. Ook de sterk schommelende watertemperatuur in het voorjaar en wondjes van het paaien hebben effect op zowel karpers als op virussen en bacteriën.

Vanwege het besmettingsgevaar bij visziekten is het belangrijk dat Sportvisserij Nederland tijdig wordt geïnformeerd bij het optreden van karpersterfte. Zodoende kan er meer inzicht worden verkregen in de belangrijkste oorzaken van de sterfte, wat weer van groot belang is voor een goede bestrijding hiervan.